script
Afgelopen zondag deed ik samen met een groepje vertellers mee aan de workshop van de Engelse verteller Peter Chand.
In een intieme setting komt de boodschap vaak beter binnen bij mij, dan in bijvoorbeeld een collegezaal, zoals tijdens mijn poging om als student Frans te studeren.
Die middag maakte hij duidelijk dat wij “oral storytellers” zijn en dat wij ons niet moeten laten leiden door een dichtgetimmerd script. Peter vermeldde er wel bij dat dit uiteraard pas kan na een goede voorbereiding. Dit heeft mij deze week aan het denken gezet over het fenomeen script.
Ik ben echt reuze blij dat ik door mijn vooraf vastgelegde script een zeer ervaren verhalenverteller er naar heb kunnen laten kijken. Van tevoren heb ik situaties weg kunnen nemen of kunnen toevoegen. Door het op schrift te hebben gezet, geeft het mij steeds weer de gelegenheid om het na te lezen.
Op het moment zelf komt het verhaal tot leven. Zoals afgelopen zaterdag tijdens mijn wandeling “ Schimmen in de Hout”. Op een van de locaties schonk ik een drankje in een plastic borrelglaasje. Een van de jonge luisteraars kwam mij tijdens het vertellen heel zachtjes melden dat hij per ongeluk op zijn glaasje met bessensap was gaan staan. Op dat moment raakte ik even uit het verhaal. Door die opmerking kon ik op de situatie inhaken door spontaan eraan toe te voegen dat Bilderdijk gekraak hoorde in het bos van een tak. Net alsof iemand hem besloop. Waarop enkele luisteraars anticipeerden met: aha.
De verlevendiging van het verhaal in bijzijn van de luisteraars en hun associaties werd dan ook waardevol. De geschiedenisles die terloops langs kwam die avond, werd ook goed opgepikt door het kereltje: Waarom staat dat beeld van Hildebrand daar? Hij sprak de naam voor de eerste keer van zijn leven uit, want hij hakkelde wat.
Vanmorgen hoorde ik op het nieuws dat dyslexie vaker voorkomt, omdat er op scholen minder aandacht besteed wordt aan taal. Het klinkt als een dichtgetimmerde wereld. Wat is er mis mee om buiten het klaslokaal wat aan taal te doen?